Van spiritualiteit tot dance
- Spiegel im Spiegel – Arvo Pärt (1935)
- Ploem, ploem, rozeke, BOEM! – Wouter Hakhoff
a. Marc groet ‘s morgens de dingen
b. Berceuse Nr.2
c. BOEM PAUKESLAG - Intermezzo: Joy – Ad Wammes
- Tanz- Toccata – Anton Heiller
(1923-1979)
Musici: Gonny van der Maten, Mark Heerink, Alexander de Bie (orgel)
Wouter Hakhoff (trompet), Glenn Liebaut (slagwerk en pauken)
Een orgel is misschien wel het meest veelzijdige instrument ter wereld. Het brengt je in “hogere” sferen, het vermaakt je, of het zet je met beide voeten op de grond. Het aantal klankkleurencombinatis is eindeloos.
In dit programma nemen we u mee van de “hoge” spiritualiteit van Arvo Pärt, via de humoristische, spitsvondige en aards directe poëzie van Paul van Ostayen, naar de dansvloer met de virtuoze en ritmische Tanz -Toccata uit 1971 van de Weense componist Anton Heiller.
Ploem, ploem, rozeke, boem! van Wouter Hakhoff is een compositie voor kerkorgel, trompet, pauken en percussie en gebaseerd op drie gedichten van de modernistische Vlaamse dichter Paul Van Ostaijen (1896-1928). Deze dichter is altijd een inspiratiebron voor de componist geweest vanwege diens compromisloze vernieuwingsdrang. De compositie mag dan ook als een eerbetoon worden gezien aan Van Ostaijen. De compositie bestaat uit drie delen, elk deel is geënt op een gedicht. Het eerste gedicht is ‘Marc groet ‘s morgens de dingen’, het tweede is ‘Berceuse Nr.2’ en het laatste gedicht is het beruchte ‘BOEM PAUKESLAG’.
De bezetting van het werk en de diverse achtergronden van de drie uitvoerenden hebben de componist uitgedaagd om de verbeeldingskracht, de spitsvondigheid en de aardse directheid van de gedichten in klank, kleur en ritmiek vorm te geven. De compositie is dan ook, net als de taal van Van Ostaijen, grenzenloos, maar ook gevormd door het gebruik van diverse soorten improvisatie tegen de achtergrond van strikte muzikale uitgangspunten.
Musici: Mark Heerink (orgel), Glenn Liebaut (slagwerk en pauken), Wouter Hakhoff (trompet).