Het orgel

Foto: Ger Vos

De orgelgeschiedenis van de Grote Kerk in Wageningen begint in het jaar 1804. In dat jaar plaatste orgelmaker Friedrichs uit Gouda een nieuw orgel in deze kerk.

Toen de 2e Wereldoorlog ook Nederland bereikte, werd er in de meidagen van 1940 hevig gevochten in en rondom Wageningen, waarbij 112 huizen in de omgeving van de Grote Kerk door de Duitse bezetter werden verwoest. Ook de kerk liep schade op, waarbij het Friedrichs-orgel onherstelbaar vernietigd werd.
Al snel werd de kerk weer opgebouwd, en in 1944 werd zelfs al weer een nieuw drieklaviers orgel in gebruik genomen, gebouwd door de firma Flentrop uit Zaandam, onder advies van Anthon van der Horst. Het was een voor die dagen revolutionair instrument, geheel mechanisch (en niet zoals toen gebruikelijk was, elektrisch of pneumatisch). Hiermee zette Flentrop als eerste in ons land de stap naar een trend die de oude historische orgels uit de 18e eeuw als inspiratiebron verkoos. In de decennia die volgden werd dit de orgelbouwstijl die door velen werd uitverkoren. Deze stijl werd de Neo-barok genoemd. Tegenwoordig wordt de term Wederopbouw gebruikt. Het past geheel in de toen opkomende interesse voor historische uitvoeringspraktijken.

Flentrop orgel 1943

In april 1945 werd de kerk helaas opnieuw slachtoffer van oorlogsgeweld. Terugtrekkende Duitse troepen bliezen de kerktoren op, waarbij het orgel voor een groot deel werd verwoest. De speeltafel en een deel van het rugwerk bleven gespaard en werden door Flentrop verwerkt in een nieuw orgel. In 1955 werd dit in gebruik genomen door de kort daarvoor aangestelde organist Bé Hollander. Hij speelde werken van Bach en Hindemith, wiens composities in Nazi-Duitsland niet gespeeld mochten worden.
Tussen 1944 en 1955 maakte men gebruik van een noodorgel, waarin het rugwerk van het vorige orgel verwerkt was. Bovendien plaatste Flentrop hierin een Franse Kromhoorn.
Dit noodorgel is later weer verwerkt in het orgel van 1955.
In 1959 werd na overleg tussen Bé Hollander en Flentrop de Kromhoorn vervangen door een nieuw register, dat beter in het concept zou passen. In 1993 werd de intonatie door Flentrop gecorrigeerd, waarbij de bekers van de Bazuin 16′ (één van de pedaalregisters) werden verlengd en die van de Schalmei 4′(idem) ingekort zijn. Tevens werd een Tremulant toegevoegd.

Kort na het overlijden van Dirk Andries Flentrop in 2003 verscheen een In Memoriam, geschreven door Jan Jongepier in het tijdschrift Het Orgel.
Daarin wordt het orgel van Wageningen genoemd als één van de zeer belangrijke in het oeuvre van Flentrop. Klik hier om de tekst te lezen.

Naar aanleiding van het 50-jarig bestaan van het orgel plaatste men in 2005 een Trompet 8′ als pedaalregister. Hiervoor was al tijdens de bouw van het orgel ruimte gereserveerd.
Men besloot eveneens tot een grondige revisie van de mechaniek en de balg.
Naast de plaatsing van de nieuwe Trompet en een grote schoonmaak vonden de volgende werkzaamheden plaats: revisie en herstel van het mechaniek, nieuwe belering van de balg, nieuwe kelen in de pijpen C-fis van de Kromhoorn, opschuiven van de Regaal 4′ tot 8′, waarbij de pijpen C-H nieuw gemaakt werden, nieuwe kelen in de Regaalpijpen, bijwerken van de intonatie van de Quintadeen 16’en de laagste tonen van de Prestant 16′ en de herintonatie van de Mixtuur van het pedaal.

Op zaterdag 18 maart 2006 werd het orgel opnieuw in gebruik genomen met een concert door Simon Marbus, toenmalig organist van de Grote Kerk, en Peter van Dijk, adviseur bij de werkzaamheden.

Begin 2022 is het Flentrop orgel door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) opgenomen in de lijst van orgels met monumentale waarde. Daarmee heeft het wederopbouw orgel uit 1955 de status van ‘rijksmonument’ gekregen.

Zeer verheugend, omdat daarmee erkend is dat dit prachtig klinkende instrument een bijzondere plaats inneemt in de Nederlandse, wereldberoemde, orgelgeschiedenis”, aldus Gonny van der Maten, voorzitter van de St. Flentrop Orgel Wageningen en concertorganist.

 

 

 

 

Foto: Jan Smelik

 

Dispositie:

Rugwerk C-g3 – (grotendeels 1944)

Holpijp 8
Quintadeen 8 (C-H Holpijp)
Prestant 4
Fluit 4
Octaaf 2
Quint 1 1/3
Scherp 4 sterk
Sesquialter 2 sterk discant
Kromhoorn 8 (1959, kelen C-fis 2006)

Hoofdwerk C-g3

Quintadeen 16
Prestant 8
Roerfluit 8
Gemshoorn 8 (C-H Roerfluit)
Octaaf 4
Fluit 4
Quint 2 2/3
Vlakfluit 2
Mixtuur 5-6 sterk
Trompet 8

Borstwerk C-g3

Eikenfluit 8
Gedektfluit 4
Prestant 2
Blokfluit 2
Octaaf 1
Cymbel 2 sterk
Regaal 8 (C-H 2006, kelen 2006)

Pedaal C-f1

Prestant 16 (C-F gedekt)
Octaaf 8
Gedekt 8
Koraalbas 4
Nachthoorn 2
Mixtuur 4 sterk
Bazuin 16
Trompet 8 (1953/2006)
Schalmei 4

Werktuiglijke registers
Koppeling Hoofdwerk-Rugwerk
Koppeling Hoofdwerk-Borstwerk
Koppeling Pedaal-HoofdwerkG
Koppeling Pedaal-Borstwerk
Tremulant (1993)